Naam AIOS:
Elke Wynberg
Bij welke opleidingsinstelling:
NSPOH
Elke heeft een bijzonder levensverhaal. Ze heeft een internationale opvoeding gehad en voor de geneeskunde opleiding kwam ze terecht in Londen, Engeland. Na afronding van de opleiding deed ze twee jaar klinische ervaring op in de kliniek van Londense ziekenhuizen. Omdat ze altijd al interesse had in preventie en mogelijk een toekomst als epidemioloog/onderzoeker voor zich zag, koos ze ervoor om na haar klinische jaren een master epidemiologie te volgen. Na deze master en een periode als arts bij de interne-infectiologie is ze zich verder gaan verdiepen in mogelijkheden voor haar toekomst en kwam zo bij de opleiding infectieziektebestrijding uit. Een toekomstperspectief waarbij ze onderzoek met patiëntencontact kon combineren. Een hele bewuste keuze dus!
Hoe is Elke naast haar opleiding ook nog in het onderzoek gerold?
Ze startte haar opleiding bij de GGD Amsterdam ten tijde van het opkomen van de corona pandemie in Nederland,
en ze werd daar met haar achtergrond dan ook vrij snel benaderd om als arts-onderzoeker de lange termijn gevolgen (inclusief sociale impact en immunologische effecten) van COVID-19 te onderzoeken. Destijds was nog
niet bekend dat er potentiële lange termijn effecten van een COVID-19 infectie zouden zijn, maar inmiddels weten we dat de informatie die vergaard is uit haar onderzoek van grote waarde is. Deelnemers werden prospectief benaderd; na een positieve corona test bij de GGD én in samenwerking met het Amsterdam UMC die patiënten in het ziekenhuis heeft geworven, waardoor het hele spectrum van ernst na de COVID-19 infectie meegenomen kon worden. Inclusie was van mei 2020 tot juni 2021 en mensen werden twee jaar gevolgd (door middel van o.a. vragenlijsten, bloedonderzoek, neus- en keelswabs). De laatste deelnemers hebben de komende maanden hun laatste afspraak – dus de dataverzameling loopt nog. Maar inmiddels is ze wel haar laatste papers aan het afronden en hoopt ze in de zomer te promoveren. Wat ze het mooist vindt, is om te zien dat haar onderzoek ook echt gevolgen heeft gehad voor de praktijk. Bijvoorbeeld, het aantonen dat één prik voldoende was om een primaire vaccinatieserie af te ronden na doorgemaakte infectie, ongeacht hoe lang geleden de infectie was doorgemaakt. Ook wordt ze benaderd als “long COVID expert” binnen de GGD. Ze heeft ook bepaalde vaardigheden vanuit haar onderzoek kunnen toepassen aan de infectieziektebestrijding, zoals het in kaart brengen van de verspreiding van de Delta variant in de zomer van 2021, door middel van epidemiologisch onderzoek.
Hoe zag dat er praktisch uit, die combinatie van onderzoek en opleiding/werk?
Ze is in een constructie van 50/50 gestart, maar merkte al snel dat het niet mogelijk was om continue beschikbaar te zijn voor beide teams. Ook vond ze het lastig om haar energie en aandacht te moeten verdelen, terwijl ze juist veel plezier kan halen uit het helemaal verdiepen in een onderwerp. Ze heeft hier wel van geleerd dat, ondanks dat ze onderzoek en praktijk wil combineren, zo versnipperd werken niets voor haar is. Ze heeft daarna de indeling omgegooid naar blokken van drie maanden, waarin ze fulltime stage afwisselde met fulltime onderzoek. Ook in deze periode heeft ze nog veel onderzoekstaken in haar vrije tijd moeten doen, maar ze had het gevoel dat dit meer onder haar controle was. Inmiddels heeft ze geen onderzoek tijd meer en zal ze haar proefschrift in haar vrije tijd afmaken. Haar man werkt ook veel en steunt haar in alles. Ze heeft over de tijd wel geleerd om te prioriteren – niet alles hoeft nú af, waardoor ze werkdruk beter heeft leren te hanteren.
Wat heeft ze geleerd van de combinatie AIOS – onderzoeker?
Ze neemt haar ervaringen als arts-onderzoeker mee naar de praktijk, waarin ze meer evidence based werkt. Naast prioriteren heeft ze ook geleerd om zelf initiatief te nemen en niet bang te zijn of iemand nee zou kunnen zeggen, maar kansen te pakken.
Ze vindt het mooi om een brug te kunnen slaan tussen de onderzoekers en de M&G artsen. Tijdens de COVID pandemie nam ze de ervaring van de artsen die bezig waren met bron en contactonderzoek mee en vertaalde dit in onderzoeksvragen. Maar ze koppelde ook resultaten terug naar de mensen in de frontlinie, om te benadrukken wat voor belangrijk werk ze deden. Op deze manier had ze ook het gevoel dat ze haar passie voor het vakgebied echt kon delen met haar collega’s, wat vooral belangrijk was tijdens bepaalde periodes van de pandemie.
Was dit traject voor herhaling vatbaar? Zou je het anderen aanraden?
Elke benoemt dat een combinatie van opleiding/onderzoek geschikt is voor iemand die écht brede interesse heeft in sociale geneeskunde oftewel “public health”. Je wordt door onderzoek doen blootgesteld aan hele andere thema’s, bijvoorbeeld op internationale congressen maar ook via lokale evenementen en bij-/nascholingen op de GGD en via de universiteit. Dat vindt ze echt van grote toegevoegde waarde. Wel moet je het leuk vinden om je eigen pad te vormen en zelfstandig aan de slag te kunnen gaan. Uiteraard is enthousiasme voor het vakgebied hiervoor essentieel.
Deel dit artikel: